Cornelia van der Hart (1851 - 1940)
Kleertjes naaien voor de pop
16 x 21,5 cm
Olieverf op paneel
r.m. gesigneerd, ongedateerd
Provenance: aangekocht bij een Haagse kunstgallerie in 1995.
In zeer goede conditie
Er wordt zelden een werk van deze vrouwelijke kunstenaar aangeboden.
Dit paneeltje toont een ongebruikelijk onderwerp: een meisje dat op een bankje zit, buiten tegen een muur, druk bezig met het naaien van kleertjes voor de pop die naast haar ligt. De kunstenaar abstraheerd de voorstelling enigszins, wat te zien is aan het meisje dat opgebouwd is uit vlakken, waardoor ze zelf bijna een pop wordt.
Cornelia van der Hart werd op 5 december 1851 geboren in Fort de Kock (Bukittinggi), Sumatra. Haar vader, een kolonel en gouverneur, overleed toen ze nog maar vijf jaar oud was, en acht jaar later verloor ze ook haar moeder. Op dertienjarige leeftijd kwam Cornelia naar Nederland.
Kiezen voor een opleiding aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten was een gedurfde stap voor een jonge vrouw in die tijd. Toch zette Cornelia door en studeerde onder de Johan Philip Koelman. Tussen 1877 en 1878 schreef ze zich in voor zijn M.O.-cursus, een beroepsopleiding ter voorbereiding op het staatsexamen voor het behalen van de akte voor het Middelbaar Onderwijs. Haar vastberadenheid en talent wierpen vruchten af, want in 1879 werd ze aangesteld als lerares tekenen bij de cursus voor vrouwelijke studenten, waardoor ze de eerste vrouwelijke docent werd aan de Academie.
Cornelia van der Hart stond bekend om haar veelzijdigheid als kunstenaar. Ze schilderde, tekende en etste figuren, stads- en dorpsgezichten en landschappen. Haar kunstwerken werden positief ontvangen en waren te zien op tentoonstellingen van levende meesters, waaronder de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, waar ze een medaille won. Ze werkte ook samen met gerenommeerde kunsthandels, zoals Van Wisselingh & Co en Goupil en Cie, waardoor haar kunst internationale erkenning kreeg en in buitenlandse collecties belandde.
Cornelia was een pionier voor vrouwen in de kunstwereld en een inspiratiebron voor haar collega kunstenaars. Als lid van verschillende kunstenaarsverenigingen, waaronder het schilderkundig genootschap Pulchri Studio, doorbrak ze het glazen plafond en doorstond ze de uitdagingen die vrouwen in die periode tegenkwamen om serieus te worden genomen als kunstenaar.
Haar betrokkenheid bij de organisatie van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898 in Den Haag was een duidelijk signaal van haar inzet voor de verbetering van de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en in de kunstwereld. De tentoonstelling werd georganiseerd door uitsluitend vrouwen en streefde ernaar het taboe op betaalde vrouwelijke arbeid te doorbreken. Als lid van de Regelingscommissie droeg Cornelia bij aan de logistiek van de expositie en was ze verantwoordelijk voor de artistieke invulling van de ruimte gewijd aan de koloniale afdeling Oost-Indië.
Cornelia was ook betrokkenheid bij de Haagse initiatieven die voortkwamen uit het succes van de tentoonstelling, waaronder de winkels Boeatan en De Wekker, ondernemingen die door vrouwen wereden gerund. Ze geloofde in het belang van erkenning en waardering voor de kunstwerken van vrouwen in een tijd waarin mannelijke kunstenaars de norm waren in veel disciplines, zoals keramiek, meubelen en houtsnijwerk.
top of page
€ 0,00Prijs
bottom of page